DEN HAAG - Erik Ziengs, voorzitter van Ondernemend Nederland (ONL) en Foodservice Nederland (FSN) maakt zich grote zorgen over de invoering van zero-emissiezones. Namens ONL heeft hij de afgelopen tijd gestreden tegen de invoering ervan.
“De lobby heeft succes gehad. Oorspronkelijk wilden 25 gemeenten de zones invoeren op 1 januari. Het zijn er uiteindelijk 14 geworden”, zegt hij tegen Out.of.Home Shops. Maar toch is hij niet tevreden. Er zijn volgens Ziengs nog teveel losse eindjes. “De transitie naar elektrisch vervoer gaat over de reductie van CO₂. Gemeenten halen er voor de invoering van ZE-zones nu van alles bij zoals fijnstof en leefbaarheid. Maar voorlopig wordt daar niets mee gewonnen. Vervuilende benzineauto’s mogen gewoon de ZE-zone in en voor dieselvoertuigen die er niet in mogen, kunnen ontheffingen worden aangevraagd.”
Rommeltje
Volgens de voorman is de regelgeving ook een rommeltje. “Elke gemeente heeft eigen regels en ook de bebording is niet goed geregeld. Het zou beter zijn als er gewoon landelijk regels zijn die ook juridisch steek houden. Waarom doen we niet net als Duitsland en werken we met vignetten. Dan weet iedereen waar die aan toe is”, aldus Ziengs.
De grote horecagroothandels verenigd in FSN hebben wel het nodige gedaan om de invoering van ZE-zones aan te kunnen, aldus Ziengs. “De leden zijn welwillend, maar lopen toch ook tegen problemen aan. Natuurlijk is dat de capaciteit voor het opladen van de elektrische vrachtwagens. Dan is er nog de beschikbaarheid van kleine bestelwagens. Die zijn niet te koop”, zegt Ziengs. “De zogenoemde bakwagens, waar de rolcontainers in kunnen, die je met B-rijbewijs mag rijden zijn er gewoonweg niet elektrisch. Er is nu een regeling dat je elektrische bestelbussen die zwaarder zijn dan 3500 kilogram, met een B-rijbewijs mag besturen. Die regeling loopt af en dan zal je vrachtwagenchauffeurs moeten laten rijden op die busjes, maar willen die dat wel?”, vraagt Ziengs zich af.
Hubs
Een ander pijnpunt ziet de voorzitter in de vergevorderde plannen van een aantal gemeenten om hubs in te voeren. Dat houdt in dat grote vrachtwagens helemaal de stad niet meer in mogen en bij het hub moeten werden overgeladen in kleine, elektrische busjes. “Dan neemt het aantal vervoersbewegingen in de stad toe. Om de lading van een vrachtwagen te bezorgen zijn er meerdere busjes nodig, die er dus niet zijn. De kosten nemen dan ook toe en die zullen dan worden doorberekend aan de klant en uiteindelijk gedeeltelijk op het bordje van de consument terechtkomen”, vreest Ziengs.
Bron: Out.of.Home Shops
