Inga Blokker vertelde tijdens het FSIN Congres op de Horecava dat de horecaprijzen wel aan de limiet zitten. Genoeg is genoeg, aldus Inga, die haar oude laarzen uitdeed om haar boodschap kracht bij te zetten. De horeca moet de prijsstijgingen gaan absorberen en niet langer doorbelasten om de gunst van de gast te behouden, aldus Inga. Op een stortvloed aan cijfers, data en conclusies dreven we de gesponsorde lunch in en gingen we over tot de orde van de dag. Maar wat hier zojuist achteloos werd beweerd… dat verdient toch wat aandacht. Ik begrijp wat Inga stelt; zelf heb ik ook wat moeite om € 130 af te rekenen voor een biefstukje met een lunchwijntje samen met een collega, of € 3,75 voor m’n pilsje, € 70 voor een sushibox of € 6 voor een broodje ei bij de tankshop.
Echter, zojuist postte Hans Biesheuvel van ONL voor Ondernemers als voorman van niet weinig ondernemersclubs dat er 70.000 ondernemers nog niet of nauwelijks zijn toegekomen om coronabelastingschulden terug te betalen. Dat is toch een schrijnende hoeveelheid van met name mkb-ondernemers die blijkbaar niet genoeg rendement maken om zaken op orde te krijgen na de verplichte bedrijfssluiting als gevolg van de pandemiemaatregelen.
In tegenstelling tot mensen met een salaris die juist in coronatijd hebben kunnen potten en nu in allerlei sectoren – van beveiligers, zorgpersoneel, vervoerssectoren en schoonmaak – en masse aan het staken zijn geslagen voor meer loon. En er wordt niet voorzichtig geëist... “10 procent is te weinig!” scandeert men. Ja, zelfs rechters en bankpersoneel leggen het werk neer, terwijl die over het algemeen toch niet heel slecht worden beloond in relatie tot gedane arbeid. In tegenstelling tot hen zie ik de rendementen van bedrijven als sneeuw voor de zon verdampen door exceptionele kostenstijgingen. En winst is het salaris voor de mkb-ondernemer. De armada aan brieven waarin een verhoging wordt aangekondigd is onophoudelijk. Het niet doorleggen van deze verhogingen, zoals Inga voorstelt, betekent zonder meer dat je in een verlieslatende situatie terechtkomt als horecaondernemer. Want niet alleen de inkoopprijzen stijgen, maar ook de bedrijfskosten. Huren gaan met 14% omhoog, energiekosten met meer dan 100%, verpakking en vetten, arbeid (!), onderhoudscontracten en gemeentelijke belastingen.
Kortom, iedereen begrijpt wat Inga zegt, maar zolang de prijsverhogingen uit de keten aanhouden, zullen we in de horeca mee moeten verhogen. Dus na de recente prijsmutaties zou de mexicano in onze vestigingen € 3,52 moeten kosten, de shoarmarol € 4,50 en een kroket € 3,05. Verhogen dus. Of staken…
Dit artikel verscheen eerder in Out.of.Home Shops. Abonneren? Klik hier.
