Het is weer paniek in de supplychainwereld. Met name die vanuit het Verre Oosten. En dat is niet voor het eerst. Denk aan Chinees Nieuwjaar (dit jaar op 10 februari), waarbij fabrieken wekenlang gesloten zijn en de medewerkers ‘naar huis gaan’ om het te vieren. Elk jaar geeft dat problemen in productie en uitvoer.
Of het tekort aan containers. Eerder betaalde je jarenlang ongeveer € 1750 per container, maar in de coronatijd werd de prijs fors hoger, soms wel naar het tienvoudige! En nu vermijden de meeste rederijen de snelste route. De reden is dat rebellen schepen aanvallen aan de zuidkant van de Rode Zee. Deze aanvoerroute van de verkeersader tussen het Egyptische Suezkanaal en de Middellandse Zee is cruciaal voor alle schepen tussen het Verre Oosten en Europa. Omvaren via Kaap de Goede Hoop leidt tot hogere kosten en vertraagde leveringen. Kortom, er is (bijna) altijd wel wat te doen in de supplychain vanuit bijvoorbeeld de Chinese havens van Shanghai en Ningbo. En wat zit er nou eigenlijk allemaal in die containers? Nou, vooral ‘dingetjes’. Dingetjes voor in de keuken, dingetjes voor in de (slaap)kamer, dingetjes voor mee naar het strand en dingetjes voor naar school. Ook prachtige dingetjes om te geven als cadeautje bij Moederdag en dingetjes voor in en aan de auto. Oftewel teringzooi in het kwadraat, waarmee werkelijk 99% van de Nederlander zijn of haar huis vol heeft staan. Schaaltjes, bakjes, vaasjes, onderzettertjes, maar ook schilderijtjes en borrelplankjes. We zullen en moeten er méér van hebben, want elk jaar verandert de mode qua kleur en afmeting. We consumeren er op los! Ook serieuzere handel zit in de containers; bestek, borden, stoelen, kasten, parasols, tuinsets en gereedschap in duizendvoud. Lekker goedkoop en we doen er toch maar een paar jaar mee, dan willen we weer iets nieuws.
Is het erg dat de supplychain hapert? Nee, helemaal niet. Er ligt toch niemand wakker van dat die zooi een weekje eerder of later in de distributiecentra aankomt. Sterker nog, hoe zou onze wereld eruitzien als we van dichterbij gaan kopen? Gewoon, van Nederlands fabricaat of desnoods uit andere Europese landen?
Dan zou de consument waarschijnlijk meer moeten betalen – de kostprijs zal wel hoger zijn – en dus minder gaan kopen. Dat betekent dat we minder rotzooi aanschaffen, op zich niet zo erg, lijkt me. Dan verspillen we minder energie en kostbare grondstoffen.
Ook zouden we onze Nederlandse en Europese economie sterker maken, minder afhankelijk zijn van anderen in China of Vietnam.
Dus inkopers en category managers van de grote food- en non-foodgroothandels: ga eens lekker snijden in je ‘dingetjes-assortiment’. Wat je houdt, ga je proberen te sourcen in Nederland. Ons land is nog heel veel mooie fabrieken en fabriekjes rijk. Lukt dat niet, dan is er de rest van Europa. Producten van hout uit Scandinavië of Oost-Europa, porselein uit Roemenië, glaswerk uit Duitsland, kurk uit Portugal et cetera. Mooie kwaliteit waardoor je klanten niet de noodzaak voelen om elk jaar een nieuwe te kopen. Het geeft je rust, een kwalitatief beter assortiment, onderscheidend vermogen en je doet écht iets op gebied van duurzaamheid.
Succes, en hoe dan ook een mooi jaar gewenst!
Dit artikel verscheen eerder in Out.of.Home Shops. Abonneren? Klik hier.