LISSERBROEK – Vijfentwintig jaar een B2B-vakblad dat specifiek is toegespitst op de out-of-homemarkt, is niet niks. Zeker als je weet dat juist de foodservicebranche zo aan veranderingen onderhevig is.
Er valt altijd wel iets nieuws te vertellen aan je doelgroep. Ruth Eppink, eindredacteur bij Out.of.Home Shops , kan dat beamen. Zij kwam als een van de eerste collega’s van uitgeverij Ondernemers Pers Nederland op ‘kraambezoek’.
“Ik werkte al twee jaar bij de uitgeverij toen de eerste editie van Out.of.Home Shops op de mat viel bij verschillende shops uit de foodservicebranche”, vertelt Eppink. Oprichter en eigenaar van de uitgeverij, Arie Riethof, merkte dat er behoefte was aan een vakblad dat zich specifiek op deze markt richt. Met name fabrikanten zochten een podium voor hun producten uit de on-the-go- en buitenshuissector, een relatief nieuwe tak van sport voor producenten.
Eppink: “Tot voor de oprichting van Out.of.Home Shops gebruikten zij vooral zustereditie Levensmiddelenkrant voor hun acties en introducties voor supermarkten.” De komst van Out.of.Home Shops zorgde ervoor dat de nieuwe doelgroep, alle verkooppunten van eten en drinken buiten de supermarkten, aan bod kwamen.
Ontwikkelingen in de branche
De opmars van verschillende outlets in de loop der jaren zorgde voor veranderingen in het vakblad, volgens Eppink. De lezersdoelgroep ondernemers breidde gestaag uit. “Er zijn ondernemers van diverse pluimage bijgekomen. Kijk eens naar de hoeveelheid koffietentjes die erbij zijn gekomen. En sushitentjes. Die kenden we 25 jaar geleden nog niet. De thema’s waarover we schrijven, passen we voortdurend aan op de ontwikkelingen in de branche. Vroeger was het vechten om het maagaandeel van de consument, daar schreven we vooral over. Daar zijn meer economische en maatschappelijke thema’s bijgekomen. Hierin schrijven we over items als duurzaamheid, logistiek en andere trends. Die worden steeds belangrijker en bieden daarnaast inspiratie aan de lezer.”
Blurring
Waar eerder de food- en foodservicebranche strikt gescheiden waren, zag Eppink deze twee werelden meer en meer versmelten. “Je kunt in de supermarkt complete maaltijden kopen, vers bereid. En er zelfs ter plekke terecht voor een hapje en een drankje. Daar maakte Jumbo Foodmarkt furore mee. En neem de huidige Spar Foodclub.” Waar Van Herpen al opmerkte dat de blurring twee kanten opwerkt, vindt ook Ruth het een opmerkelijk verschijnsel dat ondernemers uit de horeca hun inkopen niet alleen bij de groothandel, maar ook bij de lokale supermarkt doen. “Dat zag je vroeger echt niet.”
Overal gelegenheid tot consumeren
Eppink heeft, net als Van Herpen, blurring als de meest opvallende ontwikkeling ervaren. “Shops, zoals videotheken, kregen koelkasten met flesjes frisdrank voor onderweg en schappen voor zoetwaren en andere impulsaankopen.” Maar ze noemt ook de wildgroei aan eetgelegenheden onderweg. “Er zijn enorm veel formules bijgekomen waar je terechtkunt voor een kop koffie of een lunch. In mijn tijd (ook Eppink is van de generatie X, red.) nam je je broodtrommel mee naar school. Nu lunchen kinderen massaal met broodjes die op school zelf verkocht worden, of ze halen frikandelbroodjes bij de supermarkt. Vergeleken met vroeger is er zo’n enorm aanbod beschikbaar, helaas vooral ongezond.”
De hele dag ‘grazen’
De eindredacteur verwondert zich over het gemak waarmee jongeren hieraan geld uitgeven. De consument wordt steeds vaker verleid tot het kopen van eten en drinken buiten de deur. De markt speelt heel handig in op de behoefte om de hele dag door te ‘grazen’. “Zou het daardoor komen dat het aantal mensen met flink overgewicht is toegenomen?”, vraagt Eppink zich af.
Ze vervolgt: “Ik ben benieuwd of de overheid in de toekomst paal en perk gaat stellen aan de schijnbaar ongelimiteerde verkoop van ongezonde producten. En dat we over twintig à dertig jaar tegen elkaar zeggen: jeetje, dat je vroeger gewoon overal snoep kon kopen, zeg!”
Dit artikel verscheen eerder in Out.of.Home Shops. Abonneren? Klik hier.